Published on September 21, 2022

NLBC.FR Interview | De Miljoenennota en internationale samenwerking met Michael Pistecky

Drie vragen aan ... Michael Pistecky | De miljoenennota en internationale samenwerking

Minister van Financiën Sigrid Kaag presenteerde gisteren op Prinsjesdag de miljoenennota. Wat betekenen de nieuwe plannen voor internationale samenwerking?

Wij vroegen het aan Michael Pistecky, Head of Economic Policy and Entreprise at the Embassy of the Kingdom of the Netherlands to France. 

Wat valt het meeste op?

De troonrede richtte zich op de meest acute zorgen van de burgers: de koopkrachtontwikkeling, in het bijzonder de kosten van energie, de ontwikkelingen op de woningmarkt en de toegankelijkheid van onderwijs. En uiteraard de turbulente ontwikkelingen in de wereld, met als belangrijkste wapenfeit de gevolgen van de Russische agressie in Oekraïne. De miljoenennota presenteerde een groot aantal concrete voorstellen om daar het hoofd aan te bieden en tegelijkertijd invulling te geven aan onze ambitieuze klimaatdoelstellingen. In het bijzonder valt op de oprichting van een klimaatfonds van 35 miljard euro, waarmee wordt geïnvesteerd in de ontwikkeling van groene waterstof, wind op zee en kernenergie. Ook wordt 1 miljard per jaar extra geïnvesteerd in onderzoek en wetenschap, in aanvulling op de 4 miljard aan investeringen die in 2023 via de 3e ronde van het nationaal Groeifonds worden gedaan in belangrijke nieuwe technologieën. In deze ronde kijken wij vooral mee naar kansen voor samenwerking met Frankrijk. Tot slot wordt 600 miljoen vrijgemaakt voor het MKB.

Wat betekenen de nieuwe kabinetsplannen voor internationale samenwerking?

Veel maatregelen zijn uiteraard nationaal, maar in het geval van Frankrijk zie je belangrijke parallellen met de investeringsplannen van de Franse overheid. Tijdens de Covid-pandemie en nu met de Russische inval en de gevolgen voor de energiemarkt, was de grote vraag: remmen we onze klimaatdoelen af en richten we ons volledig op het herstel en behoud van onze economische activiteit. Inmiddels is duidelijk dat dit een schijnbare tegenstelling was. Onze welvaart kan alleen langdurig verzekerd worden als we investeren in de ecologische transitie, de verduurzaming van onze industrie en voldoende middelen beschikbaar stellen voor fundamenteel onderzoek en innovatie. Daar zien we uitstekende mogelijkheden om samen te werken met Frankrijk, zowel in Europees verband als bilateraal in het voorgenomen Innovatiepact in samenwerking met MEDEF en VNO NCW en de energiesamenwerking. Ook komt er een internationaliseringstrategie over de digitalisering - en energietransitie.

Waar zet Nederland economisch op in?

Het is duidelijk dat we inzetten op de verduurzaming van de Nederlandse industrie en de ontwikkeling van nieuwe bedrijfstakken. We willen ervoor zorgen dat het onderwijs goed aansluit op de behoeftes van de arbeidsmarkt en investeren aanvullend in de wetenschap. In dit geheel is het interessant om de laatste pagina’s van de Miljoenennota te lezen [red: p.91-97], daarin staat goed omschreven hoe de rol van de overheid in de economie de laatste drie decennia is veranderd.  Ik citeer: “Het kabinet stuurt nadrukkelijk op transities. Op sommige terreinen zal dat meer regie en ingrijpen vanuit de overheid vergen. Op andere vlakken blijft ruimte voor privaat initiatief en de werking van de markt geboden.” Maatwerk dus, maar de richting is duidelijk!